Helbing noemt het ‘schrijnend’ hoe mensen soms reageren als kinderen met een aangeboren hartafwijking willen sporten. Zelfs als de artsen duidelijke adviezen hebben gegeven en de ouders die goed uitleggen, geeft de naaste omgeving er vaak een eigen interpretatie aan. ‘Ik zie kinderen die enthousiast meedoen met de schoolgym, maar door leerkrachten worden afgeremd omdat ze het zelf eng vinden. Of jongetjes die zich aanmelden bij een voetbalclub en meteen van de trainer te horen krijgen: ‘Ga jij maar op het doel staan.’’
De adviezen van de omgeving zijn natuurlijk goedbedoeld, maar niet nodig, zegt Helbing die sinds 30 jaar kinderen met een aangeboren hartafwijking behandelt. Sporten verbetert zowel de geestelijke en fysieke gezondheid van de kinderen, blijkt uit onderzoek. ‘Voor vrijwel alle kinderen met een aangeboren hartafwijking is sporten ongevaarlijk. Ieder kind raden we aan om een bepaalde hoeveelheid inspanning per week te verrichten, of je nou iets aan je hart hebt of niet. Stilletjes in een hoekje zitten is per definitie slecht.’
niemand kiest voor een vreselijke ziekte
Tussenkopje
En dan gaat de tekst hier verder.